Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [13]Vergeldt haar, gelijk als zij ulieden vergolden heeft, en [14]verdubbelt haar dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker, waarin zij geschonken heeft, schenkt haar dubbel. 13. Dit moet niet verstaan worden van enige eigene wraak, die Christus den Zijnen uitdrukkelijk verbiedt, Matth.5:39; Rom.12:19, maar of van Gods verborgen regering in dit gehele werk, waardoor God zekere werktuigen zal verwekken, die deze openlijke wraak, ook onwetend naar Gods wil zullen doen, gelijk van die van Medie en Perzie tegen Babylonie gezegd wordt, Jer.50:9, en Jer.51:11,enz.; of ook van die prinsen en koningen, die nadat zij tot de kennis der waarheid gebracht zijn, Gods volk zullen voorstaan, en door een Goddelijken ijver gedreven zijnde, tegen de onrechtvaardigheid en afgoderij van dit grote Babylon, Gods oordelen ook zullen uitvoeren. Hetwelk met hfdst.17 vs.16,17 wel overeenkomt. 14. Dit wordt gezegd niet ten opzichte van hare ongerechtigheid en tirannie, die God niemand kan aandoen, noch wil aangedaan hebben, maar van de benauwdheid, die zij den vromen onrechtvaardig heeft aangedaan, die God hier wil dat zij rechtvaardig zal lijden, gelijk de volgende woorden verklaren.